vrijhandel

Neoliberalisme, vrijhandel

en de Wereldhandelsorganisatie

De Democratische Partij is falikant tegen het blindelings invoeren van vrijhandel in gebieden die economisch kwetsbaar zijn. Hoewel wij  een voorstander zijn van het idee dat het mensen en bedrijven van over de hele wereld vrij met elkaar te  handel moeten kunnen drijven, werkt dit principe echter alleen in de praktijk als je het over rijke en ontwikkelde landen hebt die op min-of-meer gelijke voet met elkaar staan. De geschiedenis leert ons dat het het economisch liberalisme en de idealen van de vrijhandel zeer schadelijk kunnen zijn als deze worden opgelegd aan landen waarvan de nationale economie nog niet klaar is om tegen de sterkere westerse economien op te boksen. Daarom willen wij o.a. dat de Wereldbank de eis laat vallen dat een land zijn economie liberaliseert/privatiseert voordat een noodlening wordt uitgegeven. Het feit dat een land het geld met rente terug moet betalen, moet op zich voldoende zijn. Zo werkt het bij een normale bank immers ook. Als je bij de bank om de hoek om een lening gaat vragen, dan krijg je daar immers ook niet te horen: "goed, we geven je het geld, maar wel op voorwaarde dat je eerst je tv en je koelkast op Marktplaats zet ...


Verder pleiten wij er ook voor dat bepaalde ontwikkelingslanden het recht krijgen om importheffingen op producten uit het Westen en uit Azië te heffen, zonder dat deze landen hiervoor afgestraft worden. Kortom, wij stellen voor  dat het voor bepaalde landen tijdelijk goedkoper moet worden gemaakt om producten in eigen land te produceren dan om deze uit het buitenland te importeren. Op deze manier kan de plaatselijk industrie worden gestimuleerd, en wanneer de industrie zich op een voldoende hoog pijl bevindt, dan kunnen de import-/exportheffingen internationaal weer rechtgetrokken worden, en kan het land zich nu effectief verweren tegen de stortvloed van Westerse en Aziatische produkten, die anders de lokale economie volledig over zouden nemen. De enige eis die men zou kunnen stellen voordat zo'n uitzonderingspositie aangeboden zou worden, is dat het lokaal goed zit met de democratie en de mensenrechten, maar niet dat het hele land in de uitverkoop wordt gegooid, zoals nu wel de voorwaarde is.


Natuurlijk realiseren wij ons wel dat zo'n maatregel alleen nuttig zou zijn als hier brede internationale steun voor zou bestaan, en hoe onwaarschijnlijk dat ook zou zijn, is het het waard om het in ieder geval voor te stellen.


Bekijk ook de petitie: Stop TTIP! en het onderwerp: Internationaal.