internationaal

Internationaal

TTIP en CETA

TTIP en CETA zijn twee afzonderlijke verdragen die op dit moment tussen de EU, de VS en Canada worden opgezet.

Het uiteindelijke doel van deze onderhandelingen is om een grote vrijhandelszone op te zetten die zowel  Europa als Noord-Amerika omvat. De Democratische Partij is echter fél tegen deze verdragen, en vindt dat de Tweede Kamer dan ook moet weigeren om deze te ratificeren, aangezien ze een groot aantal   problemen hebben, zoals:


De tekst van deze twee verdragen worden grotendeels geheim gehouden, en is het resultaat van geheime onderhandelingen tussen Brussel en Washington. De DP heeft grote moeite met  een verdrag waar geen enkele openheid over bestaat.

Voor de aanvang van de onderhandelingen heeft de EU  eerst lobbygroepen en grote bedrijven  geconsulteerd. Om precies te zijn:  93% van de ontmoeting die de Europese Commissie met belanghebbende  heeft gehad zijn met grote bedrijven  geweest, en maar 7% met burgerrechtenadvocaten, milieugroepen, enzovoort. Wat duidelijk illustreert dat de uiteindelijke prioriteit van TTIP en CETA de commerciële belangen van de Europese en Amerkaanse grote bedrijven is, en niet   het vergroten van de welvaart en het welzijn van de gemiddelde burger, zoals wordt geclaimd  door de voorstanders van TTIP  & CETA.

Nederland stelt veel hogere eisen aan de veiligheid van ons voedsel dan de VS, en er bestaat nog altijd grote onduidelijkheid over de maatregelen die moeten voorkomen dat onveilige en ongezonde Amerikaanse producten   op de Nederlandse markt terecht zullen komen. Voorstanders van TTIP zeggen dat hier clausules over zijn afgesproken, maar aangezien de tekst van het verdrag geheim is, weten wij dit niet.

Amerikaanse  bedrijven hebben de neiging om rechtszaken aan te spannen om toegang tot markten en/of natuurlijke hulpbronnen af te dwingen op basis van afgesloten verdragen. Om het nog erger te maken, bevat de TTIP een regeling die het grote bedrijven in staat stelt om overheden rechtstreeks voor de rechter te dagen, terwijl burgers ditzelfde recht niet hebben.  Als wij dit verdrag met de VS ondertekenen, dan lopen wij het risico om een proces aangedaan te worden elke keer als  wij een Amerikaans product niet op onze markt toestaan of een Amerikaans bedrijf geen toestemming geven om in de Wadden te gaan fracken.

Zie ook het onderwerp: Fracken en het Nederlandse landschap.

Import- en exporttarieven tussen de EU en de VS zijn op dit moment al bijzonder laag vergeleken met de rest van de wereld. De ReformPartij gelooft dan ook niet dat TTIP en CETA werkelijk de economische groei zullen bewerkstelligen die de voorstanders in hun wilde verwachtingen projecteren. De Amerikaanse Center for Economic and Policy Research  heeft berekend dat de gemiddelde burger  er met deze verdragen minder dan  50 euro per jaar op vooruit zal gaan, wat wij een bar lage prijs vinden om onze economische onafhankelijkheid voor te verkopen. In een andere studie  is er ook berekend  dat  Europa er financieel en economisch zelfs op achteruit zal gaan! Wat niet verassend is, aangezien de VS goedkoper kunnen produceren en exporteren dan de Europese landen, aangezien de Amerikaanse kwaliteits- en gezondheidsstandaard over het algemeen een stuk lager ligt.

De Amerikaanse producenten zouden het liefst zien dat de Europese beschermde herkomst-benamingen volledig op de tocht worden gezet. In de praktijk zou dit betekenen dat wij "Goudse kaas" in de schappen kunnen krijgen die eigenlijk in een fabriek in  New Jersey is gemaakt.

En zo bestaan er nog meer problemen met  deze overeenkomsten die de EC naarstig probeert te verdoezelen.


De geheimzinnigheid rond TTIP en CETA  doen sterk denken aan ACTA, dat dankzij algemeen publiek protest  wereldwijd is afgewezen. Het ziet ernaar uit dat de Europese Commissie echter niet heeft geleerd  dat je mensen  bij het politieke proces moet betrekken, en  dat zulke dingen niet langer in complete geheimzinnigheid beklonken kunnen worden.


Zie ook de petitie:  Stop TTIP.


Europese Unie & de Euro

Zie het onderwerp: Europa & de Euro.


Chinees wapenembargo

De RP is voor het instandhouden van het Europees wapenembargo tegen China. Mensenrechten zijn nog altijd een probleem in China, minderheden worden nog altijd onderdrukt, en China is nog altijd een ondemocratische eenpartijstaat.


Buitenlandse overnames

De RP wilt een aanscherping van de regels op de verkoop van Nederlandse bedrijven aan buitenlandse bedrijven, organisaties, investeringsgroepen, “consortia”, enzovoort. Het moet moeilijker worden om dit soort overantwoordelijke en vaak van te voren al gedoemde “fusies” uit te voeren. De DP stelt dat Nederlandse bedrijven in principe in Nederlandse handen moeten blijven.. De KLM en het openbaar vervoer zijn ondertussen al aan de Fransen verkocht en onze electriciteitsvoorziening is vrijwel volledig eigendom van de Zweedse staat (door middel van Vattenfall). Hoe ver moet het gaan?


Dubbele nationaliteit

Wij zijn van mening dat iedereen het recht moet hebben om meer dan één nationaliteit te behouden; aangezien mensen en hun persoonlijke geschiedenis soms complex kunnen zijn. Het feit dat sommige mensen een dubbele nationaliteit hebben, betekent niet automatisch dat zij niet loyaal aan Nederland meer kunnen zijn. Dit is een vorm van tunnelvisie die simpelweg niet in de 21ste eeuw thuishoort. Daarnaast moet ook iedere burger het recht hebben om zijn tweede nationaliteit op te kunnen geven; wat door sommige landen, zoals Marokko, onmogelijk wordt gemaakt. Mensen moeten voor slechts één enkele nationaliteit kunnen kiezen, als zij dit zo willen.


Guantanamo Bay

Ondanks de beloften van de Amerikaanse president, zitter er nog altijd mensen op de Amerikaanse legerbasis op Guantanamo Bay gevangen, zonder dat zij ooit door een rechter voor hun daden zijn veroordeeld. Daarom  pleit de RP ervoor dat de Nederlandse regering druk moet uitoefenen om  de onmiddelijke sluiting van de Amerikaanse militaire gevangenis in Guantanamo Bay te bewerkstelligen. Mensen die ergens van verdacht worden, moeten zo snel mogelijk worden voorgeleid; voor een civiele rechtbank als het burgers zijn, of voor een militair tribunaal als het soldaten of strijders zijn. Mensen het label "vreemde strijders" geven en ze vervolgens jarenlang vasthouden zonder ze ooit voor een rechter te brengen, is een bespotting van het recht en illustreert ook dat de Amerikaanse regering het met de burgerrechten altijd niet even nauw neemt. De RP gelooft dat iedere verdachte een rechtszaak verdient, en dat het niet moeilijk kan zijn om iemand die werkelijk een terrorist is ook veroordeeld te krijgen, aangezien terroristen nu eenmaal hun daden graag adverteren. Verder willen wij ook een verklaring van het kabinet of en hoe Nederland betrokken is geweest, of nog is,  bij dit wereldwijd netwerk van Amerikaanse geheime gevangenissen en gevangenentransporten.


Internationale klokkenluiders & Snowden

Wij vinden dat klokkenluiders zoals Edward Snowden helden van de internationale gemeenschap zijn, en Nederland moet hen (en in het bijzonder Snowden) bescherming bieden.


Nederlanderschap

De RP vindt dat de rijkswet op het Nederlanderschap aan een grondige hervorming toe is. O.a. moet de Nederlandse nationaliteit automatisch verkregen worden door alle kinderen ter wereld die geboren worden waarvan één van de ouders de Nederlandse nationaliteit bezit, of dit nu de moeder of de vader is.


 

 

Privacy

Datamining, oftewel het op grote schaal opslaan van persoonlijke informatie zonder een geldige reden daartoe, moet voor zowel bedrijven, de overheid als vreemde overheden verboden worden. Als het blijkt dat een vreemde overheid zomaar persoonsgegevens van Nederlandse burgers verzamelt en bewaart, dan moet de Nederlandse regering daar met alle beschikbare middelen werk van maken. Aan uitwisseling van informatie met landen van buiten Europa wordt paal en perk gesteld (voornamelijk met de VS). Het SWIFT-akkoord, waardoor Amerikaanse inlichtingendiensten de bankgegevens van Europese burgers in kunnen zien, moet ter plekke worden opgezegd, aangezien wij geen garantie hebben dat de Amerikanen deze informatie gebruiken waarvoor het bedoeld is.


Internationaal goederenvervoer 

Goederenvervoer tussen Nederland en het buitenland moet zo veel mogelijk over het water en via het spoor gebeuren. Daartoe moet de overheid ervoor zorgen dat de kosten van deze vormen van transport voor de gebruiker zo laag mogelijk blijven, en moet infrastructuur waar nodig bijgebouwd, hersteld en onderhouden worden. In ieder geval moet de overheid zich inzetten om onderhoud te doen waar dat nodig, in plaats van het straal te negeren, zoals nu gebeurt.


Ontwikkelingshulp 

De RP is niet blind voor het feit dat er in het buitenland ook armoede bestaat. Daarom moet de manier waarop Nederland ontwikkelingshulp uitvoert  herdacht worden. In plaats van bedragen direct aan regeringen van ontwikkelingslanden over te maken, kan het Nederlandse budget voor ontwikkelingshulp beter gebruikt worden om ter plaatse fysieke verbeteringen aan te leggen, zoals in het aanleggen van infrastructuur, waterhuishouding en krachtcentrales. Op deze manier kan Nederland met een beperkt budget en binnen een relatief korte tijd grote resultaten bereiken die veel levens positief zullen beïnvloeden.


Wat wij bijvoorbeeld kunnen doen, is het aanleggen van dijken in gebieden die regelmatig door overstromingen worden bedreigd, zoals Bangladesh of in de Stille Oceaan. Verder kunnen we wegen en spoorwegen in Afrika aanleggen, scholen bouwen, schoolboeken maken en uitdelen; de mogelijkheden zijn eindeloos! Een pluspunt van deze manier van werken is dat deze werkzaamheden allemaal door Nederlandse bedrijven uitgevoerd kunnen worden, wat geld in de Nederlandse economie terugpompt en goed is voor de internationale uitstraling van Nederland en de prestige van de Nederlandse kenniseconomie, allemaal terwijl wij mensen in minder ontwikkelde gebieden van broodnodige hulp voorzien. Het is een win-win-situatie!


Vrijhandel en de Wereldhandelsorganisatie

Wij zijn falikant tegen het blindelings invoeren van vrijhandel in gebieden die economisch kwetsbaar zijn. Hoewel de RP een voorstander is van het idee dat het mensen en bedrijven over de hele wereld vrij moet staan om vrij met elkaar te  handel te kunnen drijven, klopt dit principe echter alleen als je het over rijke en ontwikkelde landen hebt die op min-of-meer gelijke voet met elkaar staan. De geschiedenis leert ons dat het het economisch liberalisme en de idealen van de vrijhandel zeer schadelijk kunnen zijn als deze worden opgelegd aan landen waarvan de nationale economie nog niet klaar is om tegen de sterkere westerse economien op te boksen. Daarom wil de DP o.a. dat de Wereldbank de eis laat vallen dat een land zijn economie liberaliseert/privatiseert voordat een noodlening wordt uitgegeven. Het feit dat een land het geld met rente terug moet betalen, moet op zich voldoende zijn. Zo werkt het bij een normale bank immers ook. Als je bij de bank om de hoek om een lening gaat vragen, dan krijg je daar immers ook niet te horen: "goed, we geven je het geld, maar wel op voorwaarde dat je eerst je tv verkoopt".


Verder stellen wij ook voor dat bepaalde ontwikkelingslanden het recht krijgen om importheffingen op producten uit het Westen en uit Azië te heffen, zonder dat deze landen hiervoor afgestraft worden. Kortom, de RP wilt dat het voor bepaalde straatarme landen tijdelijk goedkoper wordt om producten in eigen land te produceren dan om deze uit het buitenland te importeren. Op deze manier kan de plaatselijk industrie worden gestimuleerd, en wanneer de industrie zich op een voldoende hoog pijl bevindt, dan kunnen de import-/exportheffingen internationaal weer rechtgetrokken worden, en kan het land zich nu effectief verweren tegen de stortvloed van Westerse en Aziatische produkten, die anders de lokale economie volledig over zouden nemen. De enige eis die men zou kunnen stellen voordat zo'n uitzonderingspositie aangeboden zou worden, is dat het lokaal goed zit met de democratie en de mensenrechten, maar niet dat het hele land in de uitverkoop wordt gegooid, zoals nu de eis is.


Zie ook de petitie:  Stop TTIP.


Israel en de Palestijnen

De manier waarop Israel het Palestijnse volk al sinds jaren heeft behandeld, laat duidelijk zien dat de Israelische staat geen echte interesse in een vreedzame oplossing van het zich voortslepende conflict in het Midden-Oosten heeft. Verder is de manier waarop Israel met raketten en artillerie woonwijken en scholen in Gaza met de grond gelijk heeft gemaakt op geen enkele manier goed te praten, zelfs niet door te zeggen dat Israel het recht heeft om zichzelf te verdedigen, net zoals elk ander land.


Hoewel het zeker waar is dat Israel zich in het verleden verschillende keren heeft moeten verdedigen tegen aanvallen door zijn Arabische buurlanden, en dat terroristische aanslagen en raketaanvallen (ook met kinderen als slachtoffer) weldegelijk door de Palestijnen zijn uitgevoerd, betekent dit echter niet dat dat de Israelische staat het recht heeft om de Palestijnse burgerbevolking terug te terroriseren. Dit is echter wel wat er is gebeurd: Israel lijkt al het mogelijke te doen om de Palestijnse bevolking zo veel mogelijk te intimideren en om de Palestijnse gemeenschap zo veel mogelijk te ontregelen, om ervoor te zorgen dat er nooit een onafhankelijke Palestijnse staat zal zijn. Voorbeelden hiervan zijn legio: De manier waarop Israelische politie regelmatig Palestijnse burgers mishandelt (zoals het in de voeten schieten door Israelische grenswachten van Palestijnse atleten, zodat ze niet meer hun sport kunnen beoefenen), maar ookk de manier waarop Israel nog altijd de Westbank probeert te koloniseren, of de manier waarop Israel weigert om de inwoners van Gaza in hun eigen levensbehoeften te laten voorzien door hen in hun eigen kustwateren te laten vissen. In de praktijk doet Israel er alles aan om het conflict aan te wakkeren en te escaleren, om mensen te polariseren en om religieus fanatisme in de regio toe te laten nemen.


Daarom willen wij dat Israel met kracht naar de onderhandelingstafel terug  wordt gebracht. Israel moet gemotiveerd worden om actief een einde aan het conflict te zoeken, in plaats van de wederzijdse haat te bevorderen. Dit kunnen wij doen door stricte economische sancties tegen Israel in te voeren, zoals een boycot van Israelische producten, de bevriezing van Israelische tegoeden in het buitenland, en het sluiten van het Europees luchtruim en de Europese territoriale wateren voor Israelisch lucht- en zeeverkeer. Verder moeten de leden van de Israelische regering en het Israelische leger tot persona non grata worden verklaard zolang ze weigeren om de Palestijnse staat te erkennen, en moet de Israelische deelname aan internationale organisaties en internationale competities (zoals FIFA en EUFA) worden bevroren. Zodra de Israeliërs voelen dat ze écht alleen in de wereld staan, misschien dat ze dan wél bereid zijn om een waarlijke en permanente vrede in de regio te bewerkstelligen. Om dit voor elkaar te krijgen, is het natuurlijk wel belangrijk dat deze sancties zo breed mogelijk worden gedragen, in ieder geval op Europees niveau, maar ook als dat niet gebeurd, kunnen wij in Nederland in ieder geval het goede voorbeeld geven. Want niemand verdient het om zo behandeld te worden, ook de Palestijnen niet. 


In het verlengde hiervan wil de RP dat de Tweede Kamer de Palestijnse staat erkent als een onafhankelijke staat, in navolging van Zweden, aangezien het tijd is dat het conflict tussen Israel en de Palestijnen eens tot een einde wordt gebracht, want dit kan zo langer niet meer.


Syrië en Irak

Op dit moment, vijf jaar sinds de Arabische Lente, woedt de Syrische burgeroorlog nog altijd in alle hevigheid. Achter deze chaos en wreedheid schuilt het regime van president Assad, dat verantwoordelijk is voor een groot aantal bevestigde wreedheden en misdaden tegen de menselijkheid, zoals het ombrengen van onschuldige burgers en het gebruik van zenuwgas.


Assad is lid van de Syrische Baathpartij, wat dezelfde politieke beweging is waar toendertijd ook Saddam Hoessein lid van was, en heeft zichzelf als een monsterlijke dictator ontpopt, die aan het hoofd staat van een regime dat bereid is om hele woonwijken met de grond gelijk te maken, omdat deze bolwerken van het verzet zijn. Daarom moet het Westen ingrijpen door ondersteuning te geven aan de Koerden en aan het Vrije Syrische Leger (the Free Syrian Army), dat de enige twee facties in de Syrische burgeroorlog zijn die nog relatief gematigd zijn en waarmee Syrië een mogelijke democratische toekomst zou kunnen hebben, in tegenstelling tot Assad aan de ene kant en de islamistische fundamentalisten aan de andere kant. Het is aan het Westen om praktische steun (maar onder geen beding een invasie!) te verlenen aan de enige strijdende partijen in dit conflict die zich niet geheel van de westerse waarden van democratie en mensenrechten hebben afgekeerd. Dit is geen ideale situatie, maar het is de situatie die we nu eenmaal hebben, en waar we nu een praktische uitweg uit moeten zien te vinden. Hoe dan ook hebben wij het hier enkel en alleen over logistieke en materiële ondersteuning (door de Koerden bijvoorbeeld de moderne wapens te geven die zij nodig hebben om I.S. mee te bestrijden) en zijn wij fel tegen militaire actie door Westerse naties in het Midden-Oosten.


De recturering in Nederland van mensen voor de strijd in Syrië is natuurlijk volstrekt ontoelaatbaar. Mensen die naar Europa worden gestuurd om hier soldaten voor fundamentalistische terreurgroepen te ronselen moeten zo snel mogelijk opgespoord en strafrechtelijk vervolgd worden. Ook vinden wij dat  de gangen van individuele Syriëgangers altijd door de veiligheidsdiensten nagegaan moeten worden, en als het blijkt dat mensen die vanuit Nederland naar landen zoals Syrië en Irak zijn getrokken om daar voor terreurgroepen zoals de IS te vechten, dan moet hen de Nederlandse nationaliteit direct ontnomen worden. De Nederlandse wet voorziet al in deze mogelijkheid, aangezien volgens de rijkswet op het Nederlanderschap een burger immers de Nederlandse nationaliteit ontnomen kan worden als deze strijdt voor een leger dat tegen Nederland vecht, of als deze persoon oorlogsmisdaden, misdaden tegen de menselijkheid of genocide heeft ondernomen.


Arbeidsmigratie en (Oost-)Europeanen

De realiteit is dat zowel Nederland als Oost-Europa bij de EU hoort en de verschillende Oost-Europese landen deel van de Europese gemeenschappelijke markt uitmaken. Zolang Nederland nog een deel van de Europese Unie is (hoewel wij daar wel een nationaal referendum over willen organiseren), moeten Oost-Europeanen daarom ook het recht hebben om in ons land te kunnen werken, volgens het principe van afspraak is afspraak; de politici van Nederland zijn deze afspraken nu eenmaal aangegaan. Als wij in Nederland in de toekomst echter zouden besluiten om weer visumeisen voor andere europese landen in te voeren, dan is dat een beslissing die wij pas kunnen maken op het moment dat Nederland  van de EU onafhankelijk is (en bij voorkeur als het resultaat van een landelijk referendum). Tot dat moment, maken Oosteuropese landen immers nog deel uit van de EU; daarom moeten de Europese regels ook op iedereen in gelijk mate van toepassing zijn. De arbeidsvoorwaarden van buitenlandse werknemers moeten daarom gelijkgetrokken worden met die van de Nederlandse werknemers; dit om ervoor te zorgen dat er geen sprake van oneerlijke concurrentie kan zijn doordat buitenlandse krachten bijvoorbeeld minder sociale premies hoeven te betalen. Iedereen die op Nederlands grondgebied in loondienst werkt, moet onder het Nederlandse arbeidsrecht vallen, zonder uitzonderingen. Voor elke werknemer moeten dezelfde rechten en plichten gelden, en moet dus ook op dezelfde manier worden belast; dit houdt dus ook in dat buitenlandse werknemers in Nederland recht op dezelfde arbeidsvoorwaarden (zoals minimumloon) als Nederlandse werknemers moeten hebben en ook dezelfde sociale premies moeten gaan betalen.

 


Zie ook het onderwerp: Immigratie en inburgering,

het onderwerp: Rusland, de Oekraine & MH17

en het onderwerp:  Midden-Oosten, radicaal islamisme en fundamentalisme.